"Tante Jutta uit Calcutta" gaat over een advocaat en verstokt vrijgezel, Hans Hanneman. Om van de rijkelijke vrijgevigheid van zijn tante Jutta te kunnen profiteren, besluit Hans een gezinnetjes tot leven te roepen. Tante Jutta, die in het verre Calcutta woont, is maar wat opgetogen met haar "schoondochter" Eva, hun zoontje Persival en zelfs met de inwonende schoonvader. Op een dag besluit ze om persoonlijk te komen kennis maken met het gezin wat leidt tot talloze komische situaties.
"Tante Jutta uit Calcutta" werd geschreven vlak na de tweede Wereldoorlog maar oogt nog altijd actueel.